Prehistorie
De eerste indicaties van tandheelkundige activiteiten dateren uit de prehistorische periode van +/- 11.000 jaar v. Meer precies, wetenschappers vonden in Pakistan 11 geboorde tanden. Onderzoek toonde aan dat voor dit prehistorische boren al een soort instrument met een punt van steen gebruikt werd, de boogboor.
Antieke oudheid
In sommige antieke teksten van zo’n 5.000 v Chr. werd al gesproken over een soort tandworm die slechte tanden veroorzaakte. Nadien dook gelijkaardige lectuur op bij onder meer de oude Egyptenaren. De zogenaamde Papyrus van Edwin Smith, 1 van de belangrijkste medische geschriften uit onze geschiedenis, geschreven circa 1600 v Chr maar refererend naar teksten die teruggaan tot 3.000 v. Chr, beschrijft al tandheelkundige behandelingen. De allereerste tandarts zou de Egyptenaar “Hesi Re” zijn, die al in staat was losse tanden met gouddraad vaster te zetten.
Klassieke oudheid
De Grieken en Romeinen waren al vertrouwd met de eerste vormen van gebitsprothese. Zo beschreef Hippocrates al de volgorde waarin tanden doorbraken en over de behandeling van kiezen met gaatjes. De Etrusken zouden rond de 7de eeuw v. Chr. de uitvinders van de (tandheelkundige) brug en kroon zijn. In de Romeinse literatuur werd nadien beschreven hoe je gebitsproblemen kon verzachten via bepaalde drankjes met pijnstillende ingrediënten.
Middeleeuwen tot de 19de eeuw
Tot maar liefst in de 19de eeuw bestond het beroep van een gespecialiseerde tandarts niet. De lokale kapper of de algemene dokter verzorgden tot dan tandheelkundige ingrepen. Had je toen pijn, dan was de oplossing: de tand trekken met een tang.
Gelukkig ontwikkelde de tandheelkunde zich steeds verder. De Fransman Pierre Fauchard (1678 – 1761) wordt gezien als de grondlegger van de moderne tandheelkunde. Hij verwijderde eerst de cariës uit de slechte tand en voerde al vullingen uit. Hij constateerde toen al dat tandplak een belangrijke oorzaak van tandbederf is.
De daarop volgende 2,5 eeuw verbeterde de tandheelkundige kennis gestaag, onder meer door de uitvinding van :
- de miscroscoop & detectie van tandplak ( 1683 door Antonie van Leeuwenhoek )
- de eerste tandenborstel (1780 door William Addis)
- de eerste echte verdovingen met lachgas (1844 door tandarts Wells )
- de eerste tandheelkundige röntgen-foto (1895 door Edmond Kells )
- de eerste composiet vullingen (1962)
21ste eeuw
Zo’n honderd jaar geleden werden tanden heel snel getrokken, dit om nog meer gaatjes te voorkomen. Nu worden tanden zolang als mogelijk gespaard. Indien er toch geboord wordt, houdt de tandarts de vulling zo klein als mogelijk. Bovendien wordt ook meer ingezet op preventie. Lees ook ons artikel over tandenpoetsen
Samenvatting
Bekijk ook eens deze video over de lange weg die het tandartsberoep heeft afgelegd.